サイトアイコン classical music video box(クラシック音楽 動画まとめ)

Kristóf Baráti – Eugene Ysaye – Sonate op.27 nr. 3 D kl. ‘George Enescu’

Zaterdag 20 december 2014
Kristóf Baráti viool

Eugène Ysaÿe
Sonate op.27 nr. 3 D kl. ‘George Enescu’
1. Ballades – Lento molto sostenuto
2. Allegro in tempo giusto e con bravura

Eugène Ysaÿe (Luik, 16 juli 1858–Brussel, 12 mei 1931) kreeg zijn eerste vioollessen van zijn vader toen hij ongeveer vijf jaar oud was. In 1873 kreeg hij les van Henryk Wieniawski, voor wie hij een enorm ontzag had, wat een grote invloed op zijn carrière zou hebben. In 1880 werd Ysaÿe concertmeester van het Bilse-orkest in Berlijn, de directe voorloper van de Berliner Philharmoniker. Dit hield hij vol tot 1881. In 1896 werd hij benoemd tot professor aan het Brussels Conservatorium. Hij bleek niet alleen een groot violist te zijn, maar in Ysaÿe bleek ook een componist te schuilen. De Belgische koningin Elisabeth, bekend om haar passie voor muziek, kreeg vioolles van Ysaÿe. Zij richtte in 1937 het vermaarde Koningin Elisabeth Concours op.

De derde sonate werd opgedragen aan George Enescu. Ysaÿe had een speciale bewondering voor Enescu, zowel als componist en als violist.
Het vrije improviserende Roemeense karakter van het stuk is gevat in de stijl van een ballade, van oorsprong een stuk waarbij de zanger diverse karakters uitbeeldt De ballade werd door Chopin voor het eerst omgezet in een reciterende instrumentale vorm. De première van deze sonate werd gegeven door Josef Gingold, die bij Ysaÿe in Brussel studeerde. De uitvoering zou voorafgaan aan een diner ter ere van koningin Elisabeth van België. Terwijl de jonge solist, zich warm speelde in een zijkamer, realiseerde hij zich dat hij het begin van de sonate was vergeten en het manuscript thuis had gelaten. Hij legde de situatie aan de meester uit, maar tot zijn grote verbazing kon Ysaÿe het zich ook niet meer herinneren. Ysaÿe adviseerde hem om te beginnen vanaf het hoofdthema en ging terug naar zijn tafel in een zeer slecht humeur. Even later op het podium, hervond Gingold als bij toverslag zijn geheugen weer, maar kon door het gebeurde zijn lachen tijdens de uitvoering niet inhouden. Het werk werd een groot succes en is nu een vast onderdeel van het solorepertoire voor viool. De invloed van Debussy’s symfonisch gedicht ‘La mer’ is hoorbaar in het stuk.

モバイルバージョンを終了